De werkbus van… Albert

In 2007 kwam hij, eigenlijk per toeval, bij Van Lierop terecht. Inmiddels werkt Albert van Groningen al zo’n 18 jaar als medewerker bij Van Lierop en heeft hij zich gespecialiseerd in met name de epoxytechniek. Albert heeft tal van klussen uitgevoerd op uiteenlopende plekken. Die afwisseling van werkplek is dan ook wat het werk voor hem zo mooi maakt. Zonder zijn werkbus en het juiste materiaal is hij – letterlijk – nergens. Albert laat graag zien hoe zijn bus eruitziet, waarvoor we hem ontmoeten bij het Centraal Museum in Utrecht.

“Eigenlijk is het wel een grappig verhaal hoe ik bij Van Lierop terecht ben gekomen. Ik werkte toen namelijk al jarenlang als vrachtwagenchauffeur. Mijn ex-vriendin werkte destijds bij Van Lierop. Toen we haar toenmalige leidinggevende tegenkwamen in een bouwmarkt raakten we aan de praat en werd ik enthousiast over het werk. Zo ben ik in dit werkveld terecht gekomen en heb ik veel geleerd over dit werk. In eerste instantie was ik ongeveer de helft van de tijd bezig met vloervervangingen en de andere helft met houtherstel met epoxy. Inmiddels is de vraag naar de epoxytechniek zo toegenomen, dat ik me alleen nog maar daarmee bezighoud.”

Met mijn werkbus ben ik heel blij. Deze bus heb ik sinds juni 2024. Daarvóór heb ik zo’n vijf jaar dezelfde bus gereden. Een specifieke wens van mij voor een nieuwe bus was dat hij twee schuifdeuren had. We werken veel met zware spullen, dus dat is dan wel zo handig omdat je niet constant de bus in en uit hoeft te klimmen. Mijn bus is volledig op eigen inzicht ingericht, daar krijg je bij Van Lierop echt de ruimte voor. Nu is hij wel redelijk leeg omdat bijna al mijn materiaal in het museum ligt. Hier zijn we bezig met het herstellen van houten balken, waar veel rot hout in zat. Een flinke klus, want inmiddels ben ik hier al zo’n 2,5 week aan het werk. Ik denk nog twee weken bezig te zijn.

Toen ik een nieuwe bus zou krijgen, wilde ik erg graag een automaat. Dat rijdt enorm fijn en stuurt makkelijker. Bovendien hebben we meer opslagruimte en dat is met alle spullen die ik meeneem nooit overbodige luxe. Ik ben blij met de indeling van mijn bus. Door alle lades kan ik mijn spullen goed sorteren en overal makkelijk bij.

“Ik werk dus veel met epoxy, dus naast standaard gereedschap is dat het materiaal dat ik altijd bij me heb. We maken gebruik van enorm dikke boren. Zulke boormachines kom je in de standaard bouwmarkt niet gauw tegen. Ik gebruik boren om gaten in het hout te maken. En vervolgens gebruik ik een kettingzaag om de balken mee af te zagen. Ook kenmerkend voor mijn werk zijn de mengers. Hiermee mengen we de epoxyhars. Dit gebruik ik vervolgens om de weggeboorde en –gezaagde houtstukken mee op te vullen. Het hout wordt dan weer verstevigd.”

“Ik heb het enorm naar mijn zin bij Van Lierop. Het werk vind ik na al die jaren nog steeds leuk, vooral als je ziet op wat voor bijzondere locaties ik kom. Maar we maken wel écht iets en lossen problemen op. Dat vind ik heel mooi. Het constructief bezig zijn met mooie houtconstructies is mij op het lijf geschreven. Het is wel fysiek werk, omdat we veel moeten klimmen en zwaar materiaal bij ons hebben. Een leuk feitje over mij is dat ik altijd de traptreden van een steiger tel op elk project waar ik werk. Hier in het Centraal Museum zijn het er maar 50. Laatst was ik aan het werk in een kerktoren en moest ik meerdere keren per dag zo’n 1200 traptreden op en af. Dat voel je dan wel ’s avonds!”